Assistenza clienti e consulenza impieghi
Il servizio di assistenza risponde alle Vostre domande relative
alla riparazione ed alla manutenzione del Vostro prodotto
nonché concernenti le parti di ricambio. Disegni in vista
esplosa ed informazioni relative alle parti di ricambio sono
consultabili anche sul sito:
www.bosch-pt.com
Il team Bosch che si occupa della consulenza impieghi vi aiu-
terà in caso di domande relative ai nostri prodotti ed ai loro
accessori.
Italia
Officina Elettroutensili
Robert Bosch S.p.A.
Corso Europa, ang. Via Trieste 20
20020 LAINATE (MI)
Tel.: (02) 3696 2663
Fax: (02) 3696 2662
Fax: (02) 3696 8677
E-Mail: officina.elettroutensili@it.bosch.com
Svizzera
Sul sito www.bosch-pt.com/ch/it è possible ordinare diretta-
mente on-line i ricambi.
Tel.: (044) 8471513
Fax: (044) 8471553
E-Mail: Aftersales.Service@de.bosch.com
Smaltimento
Smaltire gli imballaggi, gli strumenti di misura e gli accessori
dismessi in modo che possano essere riciclati nel pieno ri-
spetto dell’ambiente.
Non gettare strumenti di misura e batterie ricaricabili/batterie
tra i rifiuti domestici!
Solo per i Paesi della CE:
Conformemente alla direttiva europea
2012/19/UE gli strumenti di misura diven-
tati inservibili e, in base alla direttiva euro-
pea 2006/66/CE, le batterie ricaricabili/
batterie difettose o consumate devono es-
sere raccolte separatamente ed essere in-
viate ad una riutilizzazione ecologica.
Per le batterie ricaricabili/le batterie non funzionanti rivolger-
si al Consorzio:
Italia
Ecoelit
Viale Misurata 32
20146 Milano
Tel.: +39 02 / 4 23 68 63
Fax: +39 02 / 48 95 18 93
Svizzera
Batrec AG
3752 Wimmis BE
Con ogni riserva di modifiche tecniche.
OBJ_BUCH-815-003.book Page 34 Thursday, May 15, 2014 10:51 AM
Nederlands | 35
Bosch Power Tools
1 609 92A 0KX | (15.5.14)
Nederlands
Veiligheidsvoorschriften
Puntlaser
Alle instructies moeten gelezen en in acht
genomen worden om met zonder gevaar en
veilig met het meetgereedschap te werken.
Maak waarschuwingsstickers op het meet-
gereedschap nooit onleesbaar. BEWAAR
DEZE INSTRUCTIES ZORGVULDIG EN GEEF
ZE BIJ HET DOORGEVEN VAN HET MEETGE-
REEDSCHAP MEE.
Voorzichtig – wanneer andere dan de hier vermelde be-
dienings- en instelvoorzieningen worden gebruikt of
andere procedures worden uitgevoerd, kan dit tot ge-
vaarlijke stralingsblootstelling leiden.
Het meetgereedschap wordt geleverd met een waar-
schuwingsplaatje (in de weergave van het meetge-
reedschap op de pagina met afbeeldingen aangeduid
met nummer 5).
Als de tekst van het waarschuwingsplaatje niet in de
taal van uw land is, plak er dan vóór de eerste inge-
bruikneming de meegeleverde sticker in de taal van uw
land op.
Richt de laserstraal niet op personen of
dieren en kijk niet zelf in de directe of re-
flecterende laserstraal. Daardoor kunt u
personen verblinden, ongevallen veroorza-
ken of het oog beschadigen.
Als laserstraling het oog raakt, dan moeten de ogen be-
wust gesloten worden en moet het hoofd onmiddellijk
uit de straal bewogen worden.
Breng geen wijzigingen aan de laserinrichting aan.
Gebruik de laserbril niet als veiligheidsbril. De laserbril
dient voor het beter herkennen van de laserstraal, maar
biedt geen bescherming tegen de laserstralen.
Gebruik de laserbril niet als zonnebril en niet in het ver-
keer. De laserbril biedt geen volledige bescherming tegen
ultravioletstralen en vermindert de waarneming van kleuren.
Laat het meetgereedschap repareren door gekwalifi-
ceerd, vakkundig personeel en alleen met originele
vervangingsonderdelen. Daarmee wordt gewaarborgd
dat de veiligheid van het meetgereedschap in stand blijft.
Laat kinderen het lasermeetgereedschap niet zonder
toezicht gebruiken. Anders kunnen personen worden
verblind.
Werk met het meetgereedschap niet in een omgeving
met explosiegevaar waarin zich brandbare vloeistof-
fen, brandbare gassen of brandbaar stof bevinden. In
het meetgereedschap kunnen vonken ontstaan die het stof
of de dampen tot ontsteking brengen.
Breng het meetgereedschap en de houder 8
niet in de buurt van pacemakers. Door de
magneten van het meetgereedschap en de
houder 12 wordt een veld opgewekt dat de
functie van pacemakers kan verstoren.
Houd het meetgereedschap en de houder 8 uit de buurt
van magnetische gegevensdragers en magnetische ge-
voelige toestellen. Door de werking van de magneten van
het meetgereedschap en de houder 12 kan het tot onom-
keerbaar gegevensverlies komen.
Product- en vermogensbeschrijving
Vouw de uitvouwbare pagina met de afbeelding van het meet-
gereedschap open en laat deze pagina opengevouwen terwijl
u de gebruiksaanwijzing leest.
Gebruik volgens bestemming
Het meetgereedschap is bestemd voor het bepalen en contro-
leren van horizontale en verticale lijnen en loodpunten.
Afgebeelde componenten
De componenten zijn genummerd zoals op de afbeelding van
het meetgereedschap op de pagina met afbeeldingen.
1 Opening voor laserstraal
2 Vergrendeling van het batterijvakdeksel
3 Deksel van batterijvak
4 Aan/uit-schakelaar
5 Laser-waarschuwingsplaatje
6 Statiefopname 1/4"
7 Serienummer
8 Houder
9 Vastzetschroef van houder
10 Schroefgaten van houder
11 Riemgeleiding
12 Magneten
13 Statiefopname 1/4" op houder
14 Statiefopname 5/8" op houder
15 Meetplaat met voet*
16 Beschermetui
17 Laserbril*
18 Statief*
* Niet elk afgebeeld en beschreven toebehoren wordt standaard
meegeleverd.
IEC 60825-1:2007-03
< 1 mW, 635 nm
OBJ_BUCH-815-003.book Page 35 Thursday, May 15, 2014 10:51 AM
36 | Nederlands
1 609 92A 0KX | (15.5.14)
Bosch Power Tools
Technische gegevens
Montage
Batterijen inzetten of vervangen
Voor het gebruik van het meetgereedschap worden alkali-
mangaanbatterijen geadviseerd.
Als u het batterijvakdeksel 3 wilt openen, draait u de vergren-
deling 2 met de wijzers van de klok mee in stand
en trekt
u het batterijvakdeksel los. Plaats de meegeleverde batterij-
en. Let daarbij op de juiste poolaansluitingen, zoals aangege-
ven op de binnenzijde van het batterijvak.
Zet het batterijvakdeksel onder op de behuizing en druk het
vervolgens omhoog. Draai de vergrendeling 2 tegen de wij-
zers van de klok in stand om het batterijvakdeksel te ver-
grendelen.
Als de laserstralen tijdens het gebruik in een langzaam ritme
knipperen, zijn de batterijen bijna leeg. Nadat de laserstralen
voor het eerst knipperen, kan het meetgereedschap nog ca.
8 uur worden gebruikt.
Vervang altijd alle batterijen tegelijkertijd. Gebruik alleen bat-
terijen van één fabrikant en met dezelfde capaciteit.
Neem de batterijen uit het meetgereedschap als u het
langdurig niet gebruikt. Als de batterijen lang worden be-
waard, kunnen deze gaan roesten en leegraken.
Gebruik
Ingebruikneming
Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel
zonlicht.
Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme
temperaturen of temperatuurschommelingen. Laat het
bijvoorbeeld niet lange tijd in de auto liggen. Laat het meet-
gereedschap bij grote temperatuurschommelingen eerst
op de juiste temperatuur komen voordat u het in gebruik
neemt. Bij extreme temperaturen of temperatuur-
schommelingen kan de nauwkeurigheid van het meet-
gereedschap nadelig worden beïnvloed.
Voorkom heftige schokken of vallen van het meetge-
reedschap. Door beschadigingen van het meetgereed-
schap kan de nauwkeurigheid worden geschaad. Vergelijk
na een heftige schok of val de laserlijnen of loodstralen ter
controle met een bekende horizontale of verticale referen-
tielijn of met gecontroleerde loodpunten.
Schakel het meetgereedschap uit wanneer u het
verplaatst of vervoert. Bij het uitschakelen wordt de
pendeleenheid vergrendeld. Anders kan deze bij heftige
bewegingen beschadigd raken.
In- en uitschakelen
Als u het meetgereedschap wilt inschakelen duwt u de
aan/uit-schakelaar 4 omhoog, zodat op de schakelaar „I”
verschijnt. Onmiddellijk na het inschakelen zendt het meet-
gereedschap uit elk van de laserstraalopeningen 1 één laser-
straal.
Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk
zelf niet in de laserstraal, ook niet vanaf een grote af-
stand.
Laat het ingeschakelde meetgereedschap niet onbe-
heerd achter en schakel het meetgereedschap na ge-
bruik uit. Andere personen kunnen door de laserstraal
verblind worden.
Als u het meetgereedschap wilt uitschakelen duwt u de
aan/uit-schakelaar 4 omlaag, zodat op de schakelaar „0” ver-
schijnt. Als u het meetgereedschap uitschakelt, wordt de pen-
deleenheid vergrendeld.
Automatische uitschakeling instellen
Standaard wordt het meetgereedschap 20 minuten na het in-
schakelen automatisch uitgeschakeld.
Deze automatische uitschakeling kan van 20 minuten op
8 uur worden omgeschakeld. Schakel daarvoor het meet-
gereedschap in, onmiddellijk weer uit en binnen 4 seconden
opnieuw in. Ter bevestiging van de wijziging knipperen alle
laserstralen na de tweede keer inschakelen gedurende
2 seconden in een snel ritme.
Als u het meetgereedschap de volgende keer inschakelt, is de
automatische uitschakeling weer op 20 minuten ingesteld.
Puntlaser
GPL 5
Productnummer
3 601 K66 2..
Werkbereik
30 m
Nivelleernauwkeurigheid
±0,3 mm/m
Zelfwaterpasbereik kenmerkend
langs de
– lengteas
– breedteas
±5°
±3°
Nivelleertijd kenmerkend
<4 s
Bedrijfstemperatuur
–10 °C...+40 °C
Bewaartemperatuur
–20 °C...+70 °C
Relatieve luchtvochtigheid max.
90 %
Laserklasse
2
Lasertype
635 nm, <1 mW
Statiefopname
1/4"
Batterijen
3 x 1,5 V LR06 (AA)
Gebruiksduur ca.
24 h
Gewicht volgens
EPTA-Procedure 01/2003
0,25 kg
Afmetingen
(lengte x breedte x hoogte)
104 x 40 x 80 mm
Beschermingsklasse
IP 5X
Het serienummer 7 op het typeplaatje dient voor de eenduidige identifi-
catie van uw meetgereedschap.
OBJ_BUCH-815-003.book Page 36 Thursday, May 15, 2014 10:51 AM
Nederlands | 37
Bosch Power Tools
1 609 92A 0KX | (15.5.14)
Werkzaamheden met automatisch nivelleren
Plaats het meetgereedschap op een rechte en stabiele onder-
grond of bevestig het op de houder 8 of het statief 18.
Na het inschakelen worden door het automatisch waterpas-
sen oneffenheden binnen het zelfwaterpasbereik van ±5°
(lengteas) resp. ±3° (breedteas) automatisch gecompen-
seerd. Het waterpassen is afgesloten zodra de punten van de
laserstraal niet meer bewegen.
Als automatisch waterpassen niet mogelijk is, bijvoorbeeld
omdat het oppervlak waarop het meetgereedschap staat
meer dan 5° bzw. 3° van de waterpaslijn afwijkt, knipperen de
laserstralen in een snel ritme. Stel in dit geval het meet-
gereedschap horizontaal op en wacht het zelfwaterpassen af.
Zodra het meetgereedschap zich binnen het zelfwaterpasbe-
reik van ±5° resp. ±3° bevindt, schijnen de laserstralen weer
continu.
Bij trillingen of veranderingen van plaats tijdens het gebruik
vindt automatisch opnieuw waterpassen van het meetgereed-
schap plaats. Controleer na het waterpassen de positie van
de laserstralen met betrekking tot referentiepunten om fou-
ten door een verschuiving van het meetgereedschap te voor-
komen.
Nivelleernauwkeurigheid
Nauwkeurigheidsinvloeden
De grootste invloed oefent de omgevingstemperatuur uit.
Vooral vanaf de grond naar boven toe verlopende tempera-
tuurverschillen kunnen de laserstraal afbuigen.
Omdat de temperatuurverschillen in de buurt van de grond of
vloer het grootst zijn, dient u het meetgereedschap indien
mogelijk op een in de handel verkrijgbaar statief te monteren
en het in het midden van het werkoppervlak op te stellen.
Behalve externe invloeden, kunnen ook apparaatspecifieke
invloeden (zoals een val of een hevige schok) tot afwijkingen
leden. Controleer daarom altijd voor het begin van de werk-
zaamheden de nauwkeurigheid van het meetgereedschap.
Als het meetgereedschap bij een van de controles de maxima-
le afwijking overschrijdt, dient u het door een Bosch-klanten-
service te laten repareren.
Als de waterpasnauwkeurigheid van de horizontale laser-
stralen voor de breedte- en lengteas binnen de maximaal
toegestane afwijking ligt, is daarmee ook de waterpasnauw-
keurigheid van de loodstralen (verticale as) gecontroleerd.
Horizontale waterpasnauwkeurigheid van de breedteas
controleren
Voor de controle heeft u een vrij meettraject van 20 meter op
een stabiele ondergrond vóór een muur nodig.
– Monteer het meetgereedschap op 20 meter afstand van de
muur op de houder resp. een statief of plaats het op een
stabiele en vlakke ondergrond. Schakel het meetgereed-
schap in.
– Richt een van de beide zijwaartse laserstralen die langs de
breedteas van het meetgereedschap verlopen op de muur.
Laat het meetgereedschap waterpassen. Markeer het mid-
den van de punt van de laserstraal op de muur (punt
I).
– Draai het meetgereedschap ca. 180° zonder de hoogte te
veranderen. Laat het waterpassen en markeer het midden
van de punt van de andere zijwaartse laserstraal op de
muur (punt
II). Let erop dat punt II zoveel mogelijk recht
boven of recht onder punt
I ligt.
– Het verschil d tussen beide gemarkeerde punten
I en II op
de muur levert de feitelijke hoogteafwijking van het meet-
gereedschap op.
Op het meettraject van 2 x 20 = 40 m bedraagt de maximaal
toegestane afwijking:
40 m x ±0,3 mm/m = ±12 mm.
Het verschil d tussen de punten
I en II mag daarom hoogstens
12 mm bedragen.
Horizontale waterpasnauwkeurigheid van de lengteas
controleren
Voor de controle heeft u een vrij meettraject van 20 meter op
een vaste ondergrond tussen twee muren A en B nodig.
– Monteer het meetgereedschap dicht bij muur A op de hou-
der resp. een statief of plaats het op een stabiele en vlakke
ondergrond. Schakel het meetgereedschap in.
20 m
d
180˚
OBJ_BUCH-815-003.book Page 37 Thursday, May 15, 2014 10:51 AM
38 | Nederlands
1 609 92A 0KX | (15.5.14)
Bosch Power Tools
– Richt de horizontale laserstraal, die parallel aan de lengte-
as van het meetgereedschap verloopt, op de nabijgelegen
muur A. Laat het meetgereedschap waterpassen. Markeer
het midden van de punt van de laserstraal op de muur
(punt
I).
– Draai het meetgereedschap 180°, laat het nivelleren en
markeer het midden van de punt van de laserstraal op
muur B aan de andere kant (punt
II).
– Plaats het meetgereedschap – zonder het te draaien –
dicht bij muur B, schakel het in en laat het nivelleren.
– Stel het meetgereedschap in hoogte zo af (met behulp van
het statief of indien nodig door er iets onder te plaatsen),
dat het midden van de punt van de laserstraal precies de
eerder gemarkeerde punt
II op muur B raakt.
– Draai het meetgereedschap 180° zonder de hoogte te ver-
anderen. Laat het waterpassen en markeer het midden van
de punt van de laserstraal op muur A (punt
III). Let erop
dat punt
III zoveel mogelijk recht boven of recht onder
punt
I ligt.
– Het verschil d tussen beide gemarkeerde punten
I en III op
muur A levert de feitelijke hoogteafwijking van het meetge-
reedschap langs de lengteas op.
Op het meettraject van 2 x 20 m = 40 m bedraagt de maxi-
maal toegestane afwijking:
40 m x ±0,3 mm/m = ±12 mm.
Het verschil d tussen de punten
I en III mag daarom hoog-
stens 12 mm bedragen.
Tips voor de werkzaamheden
Gebruik altijd alleen het midden van de laserpunt voor
het markeren. De grootte van de laserpunt verandert met
de afstand.
Bevestigen met houder
Als u het meetgereedschap op de houder 8 wilt bevestigen,
draait u de vastzetschroef 9 van de houder in de 1/4"-statief-
opname 6 op het meetgereedschap vast. Als u het meetge-
reedschap op de houder wilt draaien, draait u de schroef 9
iets los.
– Draai het meetgereedschap op de houder 8 opzij of naar
achteren om de onderste loodstraal zichtbaar te maken.
– Draai het meetgereedschap op de houder 8 om met de ho-
rizontale laserstraal hoogten over te brengen.
Met de houder 8 heeft u de volgende mogelijkheden om het
meetgereedschap te bevestigen:
– Monteer de houder 8 met de 1/4"-statiefopname 13 op
het statief 18 of een in de handel verkrijgbaar fotostatief.
Voor de bevestiging op een in de handel verkrijgbaar
bouwstatief gebruikt u de 5/8"-statiefopname 14.
– Aan stalen delen kan de houder 8 met de magneet 12 wor-
den bevestigd.
– Op droogbouw- of houten wanden kan de houder 8 met
schroeven worden vastgeschroefd. Steek daarvoor
schroeven met een lengte van minstens 60 mm door de
schroefgaten 10 van de houder.
– Aan buizen en dergelijke kan de houder 8 worden beves-
tigd met een in de handel verkrijgbare riem die door de
riemvoering 11 wordt getrokken.
Werkzaamheden met het statief (toebehoren)
Een statief 18 biedt een stabiele, in hoogte instelbare meet-
ondergrond. Plaats het meetgereedschap met de statiefop-
name 6 op de 1/4"-schroefdraad van het statief en schroef
het met de vastzetschroef van het statief vast.
Werkzaamheden met de meetplaat (toebehoren)
Met de meetplaat 15 kunt u de lasermarkering op de vloer
resp. de laserhoogte op een muur overbrengen.
Met het nulveld en de schaalverdeling kunt u de verplaatsing
ten opzichte van de gewenste hoogte meten en op een andere
plaats aantekenen. Daarmee vervalt het nauwkeurig instellen
van het meetgereedschap op de over te brengen hoogte.
A
B
20 m
A
B
180˚
A
B
d
180˚
A
B
OBJ_BUCH-815-003.book Page 38 Thursday, May 15, 2014 10:51 AM
Dansk | 39
Bosch Power Tools
1 609 92A 0KX | (15.5.14)
De meetplaat 15 heeft een reflecterende laag die de zicht-
baarheid van de laserstraal op een grote afstand resp. bij fel
zonlicht verbetert. De helderheidsversterking is alleen zicht-
baar als u parallel aan de laserstraal op de meetplaat kijkt.
Laserbril (toebehoren)
De laserbril filtert het omgevingslicht uit. Daardoor lijkt het ro-
de licht van de laser voor het oog helderder.
Gebruik de laserbril niet als veiligheidsbril. De laserbril
dient voor het beter herkennen van de laserstraal, maar
biedt geen bescherming tegen de laserstralen.
Gebruik de laserbril niet als zonnebril en niet in het ver-
keer. De laserbril biedt geen volledige bescherming tegen
ultravioletstralen en vermindert de waarneming van kleuren.
Onderhoud en service
Onderhoud en reiniging
Bewaar en transporteer het meetgereedschap alleen in het
meegeleverde beschermetui.
Houd het meetgereedschap altijd schoon.
Dompel het meetgereedschap niet in water of andere vloei-
stoffen.
Verwijder vuil met een vochtige, zachte doek. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen.
Reinig in het bijzonder de opening van de laser regelmatig en
let daarbij op pluizen.
Vermeld bij vragen en bestellingen van vervangingsonderde-
len altijd het uit tien cijfers bestaande zaaknummer volgens
het typeplaatje van het meetgereedschap.
Verzend het meetgereedschap in het beschermetui 16 in het
geval van een reparatie.
Klantenservice en gebruiksadviezen
Onze klantenservice beantwoordt uw vragen over reparatie
en onderhoud van uw product en over vervangingsonderde-
len. Explosietekeningen en informatie over vervangingson-
derdelen vindt u ook op:
www.bosch-pt.com
Het Bosch-team voor gebruiksadviezen helpt u graag bij vra-
gen over onze producten en toebehoren.
Nederland
Tel.: (076) 579 54 54
Fax: (076) 579 54 94
E-mail: gereedschappen@nl.bosch.com
België
Tel.: (02) 588 0589
Fax: (02) 588 0595
E-mail: outillage.gereedschap@be.bosch.com
Afvalverwijdering
Meetgereedschappen, toebehoren en verpakkingen dienen
op een voor het milieu verantwoorde manier te worden herge-
bruikt.
Gooi meetgereedschappen, accu’s en batterijen niet bij het
huisvuil.
Alleen voor landen van de EU:
Volgens de Europese richtlijn 2012/19/EU
moeten niet meer bruikbare meetgereed-
schappen en volgens de Europese richtlijn
2006/66/EG moeten defecte of lege accu’s
en batterijen apart worden ingezameld en
op een voor het milieu verantwoorde wijze
worden hergebruikt.
Wijzigingen voorbehouden.
Dansk
Sikkerhedsinstrukser
Punktlaser
Samtlige anvisninger skal læses og overhol-
des for at kunne arbejde sikkert og uden
risiko med måleværktøjet. Sørg for, at
1>4> Достарыңызбен бөлісу: |