50 | Nederlands
1 609 92A 12F | (9.2.15)
Bosch Power Tools
Gebruik uitsluitend de originele Bosch stekkernetvoe-
ding die voor uw radio is bestemd. Alleen zo is een cor-
recte werking van de radio mogelijk.
Sluit ter bescherming tegen vervuiling het beschermkapje van
de 12-V-aansluitbus
11 weer, wanneer u de apparaatstekker
verwijdert.
De stekkernetvoeding
31 kan in het opbergvak van de radio
worden bewaard, wanneer deze niet wordt gebruikt. Open
hiervoor het deksel
27 van het opbergvak. Leg de stekkernet-
voeding met de netaansluiting in de houder
22.
Bufferbatterijen inzetten of vervangen
Voor het opslaan van tijd en radiozenders op de radio moeten
bufferbatterijen worden geplaatst. Hiervoor wordt het ge-
bruik van alkali-mangaan-batterijen aangeraden.
Open het deksel
27 van het opbergvak. Verwijder eventueel
de stekkernetvoeding
31.
Voor het openen van het batterijvakdeksel
21 drukt u op de
vergrendeling
20 en neemt u het batterijvakdeksel weg.
Plaats de bufferbatterijen. Let hierbij op de juiste plaatsing
van plus- en min-pool volgens de afbeelding aan de binnen-
kant van het batterijvakdeksel.
Breng het deksel
21 van het bufferbatterijvak weer aan.
Vervang de bufferbatterijen, wanneer de tijd op de radio niet
meer opgeslagen wordt en de aanduiding zwakker wordt.
Vervang altijd alle batterijen tegelijkertijd. Gebruik alleen bat-
terijen van één fabrikant en met dezelfde capaciteit.
Neem de bufferbatterijen uit de radio, wanneer u deze
langere tijd niet gebruikt. De bufferbatterijen kunnen bij
een langere periode van opslag corroderen en zichzelf ont-
laden.
Gebruik
Bescherm de radio tegen natheid en directe bestraling
door de zon. De radio is uitsluitend geschikt voor gebruik
in droge ruimtes binnen.
Audiofunctie
In- en uitschakelen
Om de radio
in te schakelen drukt u op de aan/uit-toets
1.
Het display
2 wordt geactiveerd en de audiobron die bij de
laatste keer uitschakelen van de radio was ingesteld, wordt
weergegeven.
Het display
2 wordt bij elke druk van de toets gedurende en-
kele seconden verlicht.
Om de radio
uit te schakelen drukt u opnieuw op de aan/uit-
toets
1. De huidige instelling van de audiobron wordt opgesla-
gen.
Om energie te sparen, schakelt u de radio alleen in als u deze
gebruikt.
Geluidsvolume instellen
Na het inschakelen van de radio is altijd een matig volume
(waarde 10) ingesteld.
Als u de geluidssterkte wilt verhogen, drukt u op de toets
„Vol +” 7. Als u de geluidsterkte wilt verlagen, drukt u op de
toets
„Vol –” 8. De geluidssterkte-instelling
„VL” verschijnt
met de waarde tussen 0 en 20 gedurende enkele seconden in
de indicatie
f in het display.
Stel het geluidsvolume op een lage waarde in voordat u een
radiozender instelt of van zender wisselt. Stel het op een ge-
middelde waarde in voordat u een externe audiobron start.
Als u het geluid wilt uitschakelen, kunt u de toets
„Mute” 5 in-
drukken. Als u het geluid opnieuw wilt inschakelen, drukt u
opnieuw op de toets
„Mute” 5 of een van de geluidssterkte-
toetsen
„Vol +” 7 of
„Vol –” 8.
Klank instellen
Voor een optimale geluidsweergave is een equalizer in de ra-
dio geïntegreerd.
Om het lagetonenniveau handmatig te veranderen, drukt u
één keer op de toets
„EQ” 15. Op het display verschijnen
„BA” en de opgeslagen waarde van het lagetonenniveau in de
aanduiding
f. Voor het hogetonenniveau drukt u opnieuw op
de toets
„Equalizer” 15, in de aanduiding
f verschijnen
„TR”
en de opgeslagen waarde van het hogetonenniveau.
Het niveau van de lage en hoge tonen kan tussen –5 en +5
veranderd worden. Als u de aangegeven waarde wilt verho-
gen, drukt u op de toets
„Vol +” 7. Als u de waarde wilt verla-
gen, drukt u op de toets
„Vol –” 8. De gewijzigde waarden
worden automatisch opgeslagen als de indicatie
f enkele se-
conden na de laatste druk op een toets opnieuw de tijd weer-
geeft.
Audiobron selecteren
Om een audiobron te kiezen, drukt u zo vaak op de toets
„Source” 18 tot op het display de gewenste interne au-
diobron (zie „Radiozenders instellen en opslaan”, pagina 51)
of externe audiobron (zie „Externe audiobronnen aansluiten”,
pagina 51) verschijnt:
–
„FM”: radio via FM,
–
„AM”: radio via AM,
–
„BT”: externe audiobron (bijv. smartphone) via de
Blue-
tooth®-verbinding,
–
„AUX 1”: externe audiobron (bijv. smartphone of CD-spe-
ler) via de 3,5-mm-bus
„AUX 1” 26 aan de buitenkant,
–
„AUX 2”: externe audiobron (bijv. smartphone of MP3-
speler) via de 3,5-mm-bus
„AUX 2” 19 in het opbergvak.
De audiobronnen
„FM”,
„AM”,
„AUX 1” en
„AUX 2” verschij-
nen permanent in de aanduiding voor audiobron
g.
„BT” voor
de
Bluetooth®-verbinding verschijnt kort in de multifunctione-
le aanduiding
f en wordt daarna gesignaleerd door het bran-
den van de
Bluetooth®-aanduiding
17 (zie „Bluetooth®-aan-
sluiting”, pagina 51).
Sprietantenne afstellen
De radio wordt geleverd met gemonteerde staafantenne
23.
Draai bij gebruik van de radio de staafantenne in de richting
die de beste ontvangst mogelijk maakt.
Als geen voldoende ontvangst mogelijk is, zet dan de radio op
een plek met een betere ontvangst.
0>
Достарыңызбен бөлісу: